Column – Dubbelzinnig welkom

De Stille Week staat voor de deur. Voor kerken wereldwijd het hart van het kerkelijk jaar. In tal van kerken is er elke avond van de week een korte viering. Waar dat niet gebeurt, zijn er in ieder geval vieringen op Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Zaterdagavond (Paasnacht) en Eerste Paasdag.
Op palmzondag lezen en overdenken we in de kerken het verhaal van Jezus ‘ intocht in Jeruzalem. Het is een verhaal waarbij je niet zo goed weet of je er nu bij lachen of huilen moet. Het begint blij en aandoenlijk: Jezus die als de koning die vrede en verzoening brengt op een ezeltje de stad binnenrijdt. Als vanzelf neemt het verhaal je mee in het enthousiasme waarmee de menigte hem binnenhaalt. Maar het vervolg blijkt om te huilen. De evangelist doet dan ook wat hij zelden doet, hij laat Jezus huilen : niet om zijn eigen lot, maar dat van Jeruzalem, de stad die verwoest gaat worden, omdat ze niet herkent wat tot haar vrede dient; die ook hem niet heeft herkend. Ze verlangt hartstochtelijk naar vrede, maar is niet in staat de stappen te zetten die daarvoor nodig zijn. Zoals wij bijvoorbeeld hartstochtelijk kunnen verlangen naar een samenleving die minder anoniem is, maar niet loskomen van allerlei patronen die de anonimiteit juist in stand houden. Jezus’ welkom in Jeruzalem wordt zo wel erg tweeslachtig, erg ongemakkelijk.

Dat onbegrip is ook één van de centrale thema’s in de verhalen over Jezus’ lijden en sterven die volgen. Feitelijk weten we maar weinig van wat er destijds rond Jezus’ dood nu precies gebeurd is. In de verhalen lopen feit en fictie door elkaar. Maar één ding is heel duidelijk : Jezus en zijn boodschap worden nauwelijks of niet begrepen. Niet alleen de leiders van het volk willen hem kwijt, ook zijn leerlingen laten het voortdurend afweten. Judas, de verrader, en Petrus, de lafaard, zijn daarvan de prototypen, maar ook over de andere leerlingen valt eigenlijk weinig positiefs te melden. Zo liggen ze als Jezus hun in doodsangst om bijstand vraagt te slapen.
De verhalen over Jezus zijn laatste dagen lijken, al zijn ze pas vele jaren na zijn dood op schrift gesteld, nog vol te zitten van schuld en schaamte over hun aller gedrag destijds. Zelfs de verhalen over de verrijzenis waarmee de evangelisten heel kort hun evangelies afsluiten zitten nog vol twijfels. Kennelijk heeft het even geduurd voor ze langzaam door kregen wat Jezus nu eigenlijk bedoelde en ze zover waren dat ze hem daarin wilden volgen. ‘Werkelijk, deze was een rechtvaardige’, zegt een Romeinse hoofdman die op Golgotha tegenwoordig is bij Jezus executie, als hij gestorven is. Met die belijdenis – ‘Hij had gelijk, niet wij ‘ – begint zijn verrijzenis. Maar om daar daadwerkelijk te komen heeft voor zijn volgelingen langer geduurd dan de symbolische drie dagen uit de verhalen.

In veel kerkelijke gemeentes heerst een diep gevoel van onvrede over het feit dat ze het contact met de rest van de samenleving verloren lijken te hebben. Ze leven immers van een verhaal van verbinding over grenzen heen. Maar tegelijk zijn ze onderworpen aan de dynamiek van alle groepen; hoe langer ze bestaan, hoe meer ze naar binnen gekeerd raken. Daar zit iets van dezelfde dubbelzinnigheid in als in het verhaal over Jezus’ intocht in Jeruzalem. Ook in de samenleving vind je diezelfde dubbelzinnigheid terug. Zo schuilt in het verzet tegen de openstelling van vliegveld Lelystad, onmiskenbaar iets van het besef dat we wat de luchtvaart betreft aan de grenzen staan van wat wenselijk en mogelijk is. Tegelijk blijven we geregeld een stedentrip of andere vliegvakantie boeken.

Het verhaal blijkt dus uiterst actueel. Het laat ons in de spiegel van onze eigen dubbelzinnigheid kijken. Kennelijk hoort die bij ons mensen. Dat roept misschien de vraag op wat je ermee opschiet dat te weten. Waarom zou je in deze spiegel kijken? Voor mij omdat het de eerste stap is om aan je gebrek aan durf en initiatief voorbij te komen en je mee te laten nemen op nieuwe wegen. Ook al zal er altijd iets van dubbelzinnigheid aan ons blijven kleven, wij kunnen ook opstaan uit het graf van onbegrip, onwil en ongemak en nieuwe wegen inslaan. Het is die mogelijkheid die we met Pasen vieren en waarvoor we ons in de Stille Week proberen open te stellen.

Ds. Adri Terlouw
(reageren op deze column? ; terlouwadri@gmail.com )