Column – Wat ons verbindt

Eén van de kenmerken van onze tijd is dat wij graag luidkeels onze rechten en ons gelijk claimen. Twitter leeft er zo ongeveer van. Nu is er niets mis mee om voor je rechten op te komen, maar vervolgens zullen we ons toch op een of andere manier weer met elkaar moeten verbinden. Ook Macron en de gele hesjes zullen er op een gegeven moment weer samen uit moeten komen. Mensen die onrecht ervaren en degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn zullen ooit  ergens ook weer bij elkaar moeten komen.

Over deze verbinding gaat één van de bekendste gelijkenissen van Jezus: die van de verloren zoon. Jezus vertelt hem nadat Schriftgeleerden hem hebben gevraagd waarom hij zo vaak met slechte mensen omgaat. Hij antwoordt met drie verhalen. Het eerste gaat over een herder en een verloren schaap, het tweede over een vrouw die van een ketting met tien muntjes er één verliest. Beide vinden terug wat ze kwijt waren. Dan volgt de gelijkenis van de verloren zoon. Een vader heeft twee zonen. De jongste van de twee eist, terwijl zijn vader nog in leven is, al zijn deel van de erfenis op. Een ongelofelijke schoffering, want wie in het Palestina van de eerste eeuw zijn vader nog bij leven om zijn deel van de erfenis vraagt, verklaart hem daarmee in feite dood. Vervolgens slaat hij met een klap de deur dicht, verbreekt alle communicatie en reist af naar een ver land. Daar jaagt hij er in no time de hele erfenis door. Hij raakt finaal aan de grond. Tot overmaat van ramp breekt in dat verre land ook nog eens een hongersnood uit. Als hem dan zelfs de schillen die aan de varkens worden gevoerd niet gegund worden, besluit hij terug te keren naar de boerderij van zijn vader en oudere broer. Hij wil zich aan de voeten van zijn vader werpen met de woorden: ‘Behandel mij voortaan als één van uw knechten’. Het blijkt niet nodig. Als de vader de jongen in de verte ziet, snelt hij hem tegemoet en valt hem om de hals. Hij roept een knecht om zijn mooiste jas voor zijn zoon te halen, schoenen en een ring. Die ring geeft aan: jij bent een erfgenaam, kind van mij, zoon van dit huis. In een statusgevoelige samenleving als toen een uiterst belangrijke geste. Zo wordt deze jongen weer iemand. Vervolgens wordt de oudste zoon boos over dit uitbundige onthaal. ‘Voor die zoon van u die zijn geld bij de hoeren gebracht heeft, gaat u het gemeste kalf slachten! Terwijl ik altijd gedaan heb wat u van mij vroeg. Maar ik heb nooit een keer feest kunnen vieren met mijn vrienden!

Die oudste zoon is de moreel hoogstaande. Moreel gesproken heeft hij met zijn opmerking volslagen gelijk. Maar wat we hier zien is, dat moreel hoogstaand gedrag het risico in zich bergt dat je een tweedeling maakt tussen ieder die het in moreel opzicht met jouw eens is en ieder die er andere morele opvattingen op na houdt. De Canadese filosoof Charles Taylor vertelt ergens dat het een Boeddhistische vriend van hem die een reis door Europa gemaakt had was opgevallen, dat er juist bij idealistische mensen zoveel bitterheid was, omdat het ze niet lukte voldoende anderen voor hun idealen te winnen. Als je je vastklampt aan een hoog ideaal en bijvoorbeeld opkomt voor het klimaat, dan zie je onmiddellijk overal tegenstanders. En wat ga je met die tegenstanders doen? Moreel hoogstaand gedrag kijkt vaak niet verder dan het aanwijzen van het kwaad en het straffen daarvan. Maar daarna? Het is bij die zwakke plek in alle vormen van idealisme en strijd voor een betere eerlijker wereld dat Jezus de vinger legt.
In ‘Eindelijk thuis’, de wereldwijde bestseller van de Nederlands – Amerikaanse priester Henri Nouwen (1932 – 1996) schrijft Nouwen: ‘Vanuit mijn eigen leven weet ik hoe ijverig ik heb gepoogd om goed te zijn, om aanvaard en bemind te worden, om een waardig voorbeeld voor anderen te zijn’. Hij werd er ernstig van en zwaar op de hand. ‘Wanneer ik aandachtig luister naar de woorden waarmee de oudste zoon zijn vader aanvalt – woorden vol eigendunk, zelfmedelijden en jaloezie – hoor ik een klacht die voortkomt uit het gevoel : ik heb nooit ontvangen wat ik verdiende’. En dat slaat natuurlijk nergens op. Dat is een mistekening van de werkelijkheid. Voor Nouwen werd deze gelijkenis een spiegel die hem van zijn hoogmoedige veroordelende houding, waar uiteindelijk een vraag om erkenning achter schuil ging, bevrijdde. Ook die jongste zoon die in de vreemde zo kwistig met geld strooit, zoekt daarmee natuurlijk erkenning. Daarin lijken ze op elkaar. Ondanks alle verschillen.

Belangrijk in de gelijkenis is dat de vader zowel tegenover de jongste als tegenover zijn oudste zoon zijn liefde uitspreekt. Zonder die vader is de kloof tussen beide, tussen hedonisme en oppervlakkigheid aan de ene kant en plichtsgetrouwheid en moreel gelijk aan de andere kant, onoverbrugbaar. Met de vaderfiguur voegt Jezus daar een nieuw perspectief aan toe: Ondanks dat verschil wil hij toch beide bij zich hebben. Het is die verbinding die hij in zijn omgang met mensen die de fout zijn in gegaan gestalte geeft. De Joodse filosofe Hannah Arendt noemde dat ooit: de grote uitvinding van Jezus. Ds. Adri Terlouw
Afbeelding: Rembrandt ets: De terugkeer van de verloren zoon, 1636. Reageren op deze column?: terlouwadri@gmail.com