Maandag 29 april overleed, 80 jaar oud, de Australische dichter Leslie Allan Les Murray. De meesten van u zal die naam niets zeggen, maar in Australië is hij de bekendste dichter van het land. Zijn gedicht ‘Een doodgewone regenboog’ is er al jarenlang verplichte leesstof op de middelbare school. Murray groeide op in New South Wales in de verlatenheid van het Australische platteland en bleef zich zijn leven lang als een boerenpummel beschouwen. Hij wordt wel de meester van de ontregeling genoemd. De taal die hij in zijn gedichten bezigt is zelden ingewikkeld, meestal nuchter vertellend. Maar met een onderstroom van ingehouden en ontregelende emotie.
Neem bijvoorbeeld het genoemde gedicht ‘Een doodgewone regenboog’. Het beschrijft hoe heel Sydney in de war raakt van een vent die staat te janken op Martin Place. Beurshandelaren onderbreken hun handel of vliegen uit de dure club waar ze zitten te lunchen de straat op en het verkeer komt tot stilstand. Allemaal om die vent te zien die staat te janken op Martin Place. Niemand kan hem stoppen.
‘De man om wie we heen staan, de man die niemand nadert
huilt eenvoudig, en verbergt het niet, huilt
niet als een kind, niet als de wind, als een man
en zonder vertoon, zich niet op de borst slaand, zelfs niet
luid snikkend – toch houdt de waardigheid van zijn huilen
ons op afstand van zijn plek, de leegte die hij om zich schept
in het licht van de middag, in zijn pentagram van verdriet,
en uniformen achter in de menigte die hem trachtten te grijpen
staren naar hem en voelen, met verbazing, hun geest
verlangen naar tranen als kinderen naar een regenboog.
Sommigen zullen in de komende jaren zeggen dat een aura
van kracht rond hem hing. Er is niet zoiets.
Sommigen zullen zeggen dat ze geschokt waren en hem wilden laten ophouden
maar die zullen er niet geweest zijn. De stoerste mannelijkheid,
de taaiste weerstand, de gladste geest onder ons
trilt van stilte, en brandt van onverwachte
besluiten van vrede……………………….
Er hangt iets geheimzinnigs rondom die man die zijn tranen de vrije loop laat. ‘Een pentagram van verdriet’ noemt Les Murray het. Het pentagram is een geliefd beeld in zijn gedichten. Een sleutelbeeld noemt hij het zelf. Een pentagram is een vijfpuntige ster. Midden in die ster zie je een regelmatige vijfhoek. Als je de punten van die vijfhoek zo met elkaar verbindt dat je telkens een hoek overslaat ontstaat midden in die vijfhoek een nieuw pentagram. Een operatie die je eindeloos kunt herhalen. Zo is het pentagram de verbeelding van een oneindig verschiet. Het ontregelende beeld van een man die midden op straat staat te janken dat Les Murray schetst wekt in de omstanders en de lezer een even ontregelend verlangen naar tranen. Te vergelijken met het verlangen van kinderen naar een regenboog, die hen helemaal buiten zichzelf brengen kan. Zo mooi, zo vreemd. Waarom die huilende man ons zo ontregelt en waarom hij zelfs bij de inmiddels toegesnelde politie – agenten het verlangen wekt ook te gaan huilen, en waarom het goed zou zijn aan dit verlangen toe te geven, laat de dichter in het midden. Het laat zich alleen maar vermoeden. Het is allemaal meer intuïtief dan rationeel. Wel is duidelijk dat het tot besluiten van vrede leidt. Er is in de wereld van alles waarom wij zouden kunnen huilen: onrecht, oorlog, het uitsterven van talloze planten – en diersoorten. En hoe goed zou het zijn als wij daar eens aan toe zouden geven, en ons zouden laten ontregelen in plaats van het op een veilige afstand te houden.
Poëzie
en religie gaan voor Les Murray over hetzelfde. Over de horizon, over wat ons
ontregelt. In een ander gedicht noemt Hij God dan ook
de in elke religie opgevangen poëzie
opgevangen – niet gevangen – als in een spiegel
………..een wet tegen afbakeningen.
Ds.
Adri Terlouw
Reageren op deze column?: terlouwadri@gmail.com