Kwaad is nieuws. Onze kranten staan er vol van. Het kwade lijkt spannend, het goede saai. Voor de in Amerika veelvuldig gelauwerde schrijfster Marilyn Robinson (1943) is het net andersom. Volgens haar is juist het goede veel spannender dan het kwade. Als wij het verkeerde doen, dan meestal omdat we ons laten leiden door onze primaire impulsen en dan simpel op ons doel afgaan. Het kwaad kijkt niet verder dan waar ik op dit moment zin in heb en op korte termijn beter van wordt. In de opvoeding leren we kinderen juist verder te kijken en te denken dan die primaire driften. Want pas dan komt het goede in het vizier, zo maakte ze 12 januari j.l.in een interview met Trouw – redacteur Stevo Akkerman duidelijk.
Ik
moest er weer aan denken, toen ik me afgelopen maanden, ter voorbereiding van
een studiedag over de vraag in hoeverre onze economie het goede leven dient, er steeds weer over verbaasde, hoe het toch
kan we in de economie uitsluiten lijken uit te gaan van het eigenbelang en
daardoor zo eenzijdig gericht zijn op het behalen van zo veel mogelijk
financieel gewin, terwijl dat op tal van andere fronten met verlies gepaard
gaat. Zo is de natuur de klos, dreigt het klimaat te ontsporen met alle niet te
overziene gevolgen van dien, en zien we wereldwijd delen van de middenklasse
langzaam afglijden naar armoede en sociale ellende. Wat daar ook allemaal
achter zit, het heeft in ieder geval met de versimpeling te maken waar Robinson
het over had. Winst betekent werkgelegenheid, zo redeneren we. Dat klinkt heel
plausibel, maar je hoeft maar even verder te kijken en je weet dat het zo
simpel niet ligt. Stel je bijvoorbeeld ook eens de vraag wie daar dan wel van
profiteren en wie en wat daar de prijs voor betalen, en het is opeens net iets
ingewikkelder allemaal. Als ik graag wat van de wereld wil zien, of erg van de
zon houd, en ik kan straks in november voor nog geen € 100,00 een vliegticket
naar een verre zonnige bestemming kopen, dan is dat op het eerste gezicht vooral
een goede deal, en ik ben gek als ik die aan mijn neus voorbij laat gaan. Maar
als ik vraag welk goed daarmee gediend is, wordt het allemaal veel complexer.
Als je van probleemwijken prachtwijken wil maken, dan kun je natuurlijk een
deel van de oude goedkope sociale huurwoningen afbreken en vervangen door
nieuwe duurdere woningen om zo een ander soort huurders te trekken en daarmee
het leefklimaat te verbeteren, zoals een woningcorporatie in Rotterdam wil,
maar zo werkt het natuurlijk niet. Je hebt alleen een bepaalde groep bewoners
de wijk en zelfs de stad uitgejaagd. In hetzelfde Rotterdam organiseert het
wijkpastoraat al jaren gratis maaltijden voor jan en alleman. Bezoeksters
spreken er elkaar goedmoedig aan als stoephoer. De kerkelijk werker vertelt dat
ze daar eerst wel erg aan had moet wennen. Net als aan heel veel andere dingen
waar ze in haar theologische opleiding totaal niet op was voorbereid. Maar
hoeveel gesprekken had ze zo niet gevoerd? Over het leven en alle vragen die
daarbij horen. Heel ingewikkeld soms, maar oneindig veel rijker dan wat zo’n
woningcorporatie van plan is.
In het
al eerder genoemde interview zegt Marilyn Robinson het zo :
“Ik denk dat het goede een breed begrip is, en het kwaad veel beperkter. Ik associeer
kwaad met eigenbelang, waardoor het sterk afhankelijk is van omstandigheden:
waar en wanneer kan ik mijn voordeel halen, daar gaat het om. Terwijl het goede
veel meer aandacht vergt, meer vrijheid geeft en niet wordt gedicteerd door
zoiets simpels als eigenbelang.” Daarin lijkt het goede op het schone. Schilders
en dichters kijken net iets verder dan wij doen. Daardoor kunnen ze ons dingen
laten zien waar wij aan voorbij zien. Met het goede is het net zo. Om het goede
op het spoor te komen moet je juist verder kijken dan je eigenbelang. Opvallenderwijze
beroept Robinson zich voor deze gedachten o.a. op het werk van Calvijn, onder
ons vaak weg gezet als een somberaar die meende dat de mens geneigd is tot alle
kwaad. Dat mag waar zijn, er lijkt mij ook niet zo veel tegen in te brengen –
het is wel het halve verhaal. Voor Calvijn was de mens daarnaast en allereerst een
prachtig en briljant schepsel. En daarom in staat het goede te zoeken en te
doen, al is dat ingewikkelder en uitdagender dan je alleen te laten leiden door
eigenbelang. Goed is dan heel wat anders dan weer zoveel procent economische
groei of een toename van het consumentenvertrouwen en de mogelijkheid om
toegang te krijgen tot nog meer goederen en diensten. Goed wordt dan alles wat
de waardigheid van mensen vergroot. Dat is inderdaad ingewikkeld, maar tegelijk
ongelooflijk veel interessanter dan dat we niet verder kijken dan doen wat we
lekker vinden.
Ds. Adri Terlouw
Reageren op deze column?: terlouwadri@gmail.com